
Ingrediënten
(voor een springvorm van 26 cm of een bakvorm met een oppervlakte tussen de 500 en 600 vierkante cm)
Deeg
– 200 g roomboter
– 75 g donkerbruine basterdsuiker
– 75 g kristalsuiker
– 2 tl speculaaskruiden
– 300 g bloem
– snufje zout
– 1 ei
– paneermeel
– extra bloem
Vulling
– 4/5 peren in kleine stukjes
– 2 appels in kleine stukjes
– 50 g suiker
– 1 tl speculaaskruiden
– 1 el citroensap
– 1 tl citroenrasp (van halve citroen)
– 4 tl custard
– 5 stengels rabarber
Bereiding
– verwarm de oven voor op 180 graden
– doe de boter kort in de magnetron zodat deze iets zachter wordt
– meng de boter met de basterdsuiker, de kristalsuiker en de speculaaskruiden
– voeg vervolgens de bloem en een snufje zout toe en als laatste het ei
– kneed eventjes lekker door tot een soepel deeg
– laat even rusten terwijl je de rabarber alvast voorbereidt: was de stengels en snijd in reepjes
– bekleed de springvorm/bakvorm met bakpapier en verdeel hier zo’n 75 procent van het deeg over (de rest gebruik je straks voor de crumblelaag); zelf had ik (van de 75% die ik wilde gebruiken voor de bodem) deeg over en heb ik alleen een bodem gemaakt, maar met deze hoeveelheid deeg kan je dus ook opstaande randen maken met deeg
– strooi wat paneermeel uit over de bodem
– snijd voor de vulling de peren en appels in kleine stukjes
– meng met alle andere ingrediënten
– stort de vulling in de taartvorm
– verdeel de gesneden rabarber over de vulling (ik maakte zelf een leuk patroon; alleen zag je deze bijna niet meer door de crumble die je er nog over verdeelt)
– pak de overige 25 procent van het deeg, doe in een kom en voeg er wat bloem aan toe
– ga het een beetje kneden met je vingers en blijf bloem toevoegen totdat het deeg een kruimelige substantie krijgt
– verdeel de crumble over de rabarberlaag
– bak de taart in een uur af